De onlangs ingezette strategie van Aalberts, waarin een evenwichtige omzetverdeling per eindmarkt en regio een van de speerpunten is, staat nog altijd fier overeind. Zo wil Aalberts de omzet in Noord-Amerika flink vergroten. Tijdens de aandeelhoudervergadering (ava) van Aalberts vielen verder een wijziging in het beloningsbeleid en de stemuitslag bij de herbenoeming van de voorzitter van de raad van commissarissen (rvc) op. Een terugblik op de ava.
“Op korte termijn zijn er uitdagingen, maar de lange termijn is nog altijd een groeiagenda voor Aalberts. Onze taak is om de korte termijn te managen, terwijl we de lange termijn realiseren.”, zo stelde de Franse ceo Stéphane Simonetta tijdens de ava op 10 april. Tegenwind zorgde voor een omzetdaling, een lagere winst en een lager rendement op het geïnvesteerd kapitaal.
Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, richt Aalberts zich onder meer op kostenbesparingen en strak voorraadbeheer. Simonetta gaf tijdens de ava aan dat hij aandacht blijft houden voor de bedrijfssamenstelling: hij wil bedrijven kopen en onderdelen afstoten. Indien een onderdeel niet langer bij Aalberts past, is het beter om het af te stoten.
Uitbreiding in Noord-Amerika
Simonetta heeft in december 2024 een nieuwe strategie geformuleerd met daarbij verschillende financiële doelen. Aalberts richt zich op drie segmenten, namelijk gebouwen, industrie en halfgeleiders. Daarbij komt er meer nadruk te liggen op een goede spreiding tussen de segmenten en de regio’s. Aalberts zal de positie in het segment industrie in Noord-Amerika, in het segment halfgeleiders in Zuid-Oost Azië, en in het segment gebouwen in Noord-Amerika versterken. Er wordt veel verwacht van de investeringen in Noord-Amerika. Aalberts mikt op een verdubbeling van de omzet daar (deze was 710 miljoen euro in 2024).
Expansie in Noord-Amerika, terwijl president Trump met protectionistische maatregelen onrust veroorzaakt in de wereld. Hoe is dat met elkaar te rijmen? Simonetta gaf aan dat Aalberts de ontwikkelingen goed in de gaten houdt. Op dit moment ziet hij geen grote directe impact voor Aalberts. “De indirecte impact is een groot vraagteken”, aldus Simonetta. “Het is te snel om nu iets aan te geven. Het hangt af van de gevolgen voor de klanten.”
Aalberts koopt onderdelen en halffabricaten op de lokale markt in en verkoopt de eindproducten ook in de VS. Deze lokale benadering is niet het gevolg van de handelstarieven, maar vanwege het serviceniveau dat Aalberts aan klanten biedt. Dicht bij de klant zitten helpt.
Onlangs maakte Aalberts bekend dat er overeenstemming is bereikt over de overname van Paulo Products Company in Noord-Amerika. Dat bedrijf levert verschillende thermische verwerkingsdiensten waaronder warmtebehandeling en metaalafwerking voor meerdere industrieën.
Ook verwacht Aalberts veel van de halfgeleiderindustrie. Volgens Simonetta is Aalberts daarin al succesvol in Europa, maar is het marktaandeel in de VS nog klein. In de halfgeleiderindustrie verscheept Aalberts niet veel naar de VS, dus wat betreft eventuele importheffingen is er eigenlijk geen directe impact.
Groei uit halfgeleiders
Een belangrijk punt in de groeistrategie van Aalberts is 2030. Het doel is om een omzet te draaien van minimaal 4,5 miljard euro omzet (tegen 3,1 miljard euro in 2024). Verder moeten de operationele winstmarge (EBITA) en de ROICE-marge boven de 18 procent uitkomen. Dit laatste verhoudingsgetal geeft aan welk rendement Aalberts behaalt op nieuwe investeringen. De beoogde marges liggen een procentpunt lager dan het rendement dat in het afgelopen decennium is behaald, maar nog altijd zeer respectabel. Het onderdeel halfgeleiders wordt als een van de groeipilaren gezien.
AI en generatieve AI zijn een groeidrijver. Meer computerkracht betekent meer behoefte aan geavanceerde chips, en dus aan meer geavanceerde machines, en dus aan meer geavanceerde oplossingen van Aalberts, zo redeneert Simonetta. AI is, met het oog op efficiëntieverbetering, ook een kans voor de interne bedrijfsvoering.
Koersval biedt kans
Ondanks veelbelovende groeimogelijkheden beleefden beleggers de afgelopen jaren weinig plezier aan het aandeel Aalberts. De aandelenkoers stond in jaren niet zo laag. Hebben beleggers twijfel over de haalbaarheid van de geformuleerde strategie? Of is het aandeel onterecht zo hard afgestraft?
In ieder geval denkt het bestuur van Aalberts van die tuimeling te kunnen profiteren. Het bedrijf is voor het eerst gestart met het inkopen van eigen aandelen (ter waarde van 75 miljoen euro). Hoewel het programma in principe loopt tot eind oktober, heeft Aalberts in de eerste 1,5 maand al ongeveer 41 procent van het aankoopprogramma uitgevoerd. “Dat betekent dat we op dit moment sneller gaan dan we misschien anders hadden gedaan als de koers wat hoger was geweest. Dus er wordt wel degelijk op geanticipeerd”, aldus Arno Monincx die tijdens de ava nog de cfo was, maar de functie overdroeg aan de van BAM afkomstige Frans den Houter.
Weerstand bij herbenoeming
Goed toezicht vereist tijd, expertise en wat levenservaring. Voor aandeelhouders is een commissarisbenoeming al lang geen hamerstuk meer. Zij kijken kritisch naar het aantal nevenfuncties en eventuele krasjes op het cv bij functionarissen die voor benoeming zijn voorgedragen. Rvc-voorzitter Peter van Bommel kan daar sinds de ava over meepraten. Zijn herbenoeming riep flink wat weerstand op onder aandeelhouders. Liefst 17 procent van het aanwezige kapitaal stemde tegen een tweede vierjaarstermijn voor Van Bommel.
Van Bommel is voormalig financieel directeur van ASMI en inmiddels een ervaren toezichthouder. Behalve president-commissaris bij hoofdfonds Aalberts is hij ook bij smallcapbedrijf Nedap voorzitter van het toezichthoudend college. Verder is hij niet-uitvoerend bestuurder bij het Luxemburgse beursgenoteerde satellietbedrijf SES. Het kan zijn dat aandeelhouders en stemadviesbureaus deze combinatie – twee voorzitterschappen en een buitenlands commissariaat – niet zien zitten.
Van Bommel aarzelde aanvankelijk zichtbaar toen hij – door de VEB – werd gevraagd op de stemuitslag te reflecteren. Na een korte stilte zei hij uiteindelijk dat sommige beleggers hem ”wellicht als overboarded beschouwen”. Volgens de Nederlandse regels voor goed ondernemingsbestuur kleurt Van Bommel met zijn nevenfuncties nog nét binnen de lijntjes. Van Bommel scoort vijf punten, het maximaal toegestane aantal. Een voorzitterschap telt voor twee, een ‘gewoon’ commissariaat – ook als dat in een monistisch bestuursmodel is waarbij bestuur en commissarissen in een orgaan zitten – levert één punt op. Maar de kritische beleggers maakten wat hem betreft een fout: in Luxemburg is hij ‘slechts’ voorzitter van de auditcommissie, een subcommissie die speciaal belast is met de cijfers, het risicomanagement en intensief contact met de accountant. Zijn collega-commissaris Jan van der Zouw viel hem bij door te melden dat Van Bommel ”altijd volledig beschikbaar is geweest voor zijn functie.”
Opvallende wijziging in beloningsbeleid
Voor de directie van Aalberts is een nieuw beloningsbeleid van kracht geworden. Naast een vast salaris, zitten er ook resultaatsafhankelijke elementen in, voor de korte en de langere termijn. De doelstellingen voor de variabele beloning voor de langere termijn zijn sterk gewijzigd.
Waar eerder alleen de winst per aandeel en het rendement op het geïnvesteerd kapitaal (ROIC) van belang waren, zijn er nu niet-financiële doelen bijgekomen. Opvallend is de keuze van de commissarissen om een lager gewicht toe te kennen aan de ROIC.
Dat is een opmerkelijke stap. Het nieuwe beloningsbeleid is onder meer ingegeven door de wens voor een betere afstemming tussen de (herziene) strategische doelstellingen richting 2030. Juist dan zou de ROIC een relevante maatstaf zijn. Overnames zorgen direct voor een hoger kapitaalsbeslag terwijl de extra winsten op een later moment in de boeken komen. Om de voortgang en het succes (of falen) van een acquisitie te bepalen, is een scherpe blik op de ontwikkeling van het ROIC-cijfer van groot belang.
In tegenstelling tot de winst per aandeel – waarbij een toename niet per definitie waardecreatie betekent – meet de ROIC dat wel. Deze kan worden vergeleken met de kostenvoet van het kapitaal om te bezien hoe groot de waardecreatie is.